Uitvoering van het proces

Om tot breed gedragen oplossingen te komen, kun je met elkaar een proces doorlopen dat is geïnspireerd op de Soft Systems Methodology. Verderop staan aanwijzingen hoe je vorm kunt geven aan elke fase in dit proces:

Bewegingsruimte creëren:

1. Ga met betrokkenen in gesprek om hun wereldbeelden (perspectieven) over het vraagstuk helder te krijgen en en oordelen expliciet te maken (of uitstellen). Voer de gesprekken vanuit oprechte aandacht en interesse: het zich gehoord voelen is namelijk een van de sterkste behoeften van betrokkenen. De inzichten uit gesprekken kunnen worden gebruikt als gespreksonderwerpen voor daaropvolgende gesprekken. De ervaring leert dat dat altijd tot eye-openers leidt bij degene met wie je spreekt. Gesprekken zijn dus een van de beste dingen - interventies - die je als Facilitator of Change voor dit soort vraagstukken kunt doen. Denk daarbij ook aan zaken als (h)erkenning, verbonden blijven of raken, duidelijkheid verkrijgen en iemands identiteit / cultuur / historie.

2. Analyseer, structureer en maak het vraagstuk inzichtelijk. Je analyseert de gesprekken en beeldt de betrokkenen, hun onderlinge relaties of verbanden, en issues (visueel) overzichtelijk uit.

Betrokkenen bepalen gezamenlijk wat zij belangrijk vinden en wat volgens hen een wenselijke (oplossings-) richting is. Zij identificeren en valideren op welk vlak verandering plaats kan of moet vinden:

3. Organiseer gesprekken met en tussen de betrokkenen over hoe iedereen in het vraagstuk staat en wat daar volgens hen mogelijke oplossingen voor zijn. Organiseer validatiesessies en benut het (visuele) overzicht uit fase 2 daarvoor. Verandering kan plaatvinden op de volgende vlakken:

  • Randvoorwaarden van bestaande activiteiten of manieren van doen worden aangepast: dingen worden gedaan zoals men dat altijd deed, maar worden anders gefaciliteerd.
  • Bestaande activiteiten worden anders uitgevoerd en aangepakt.
  • Dat wat men belangrijk vindt (de essentie, waarden, cultuur, etc.) verandert - en daarmee verandert wat men gaat doen.

4. Betrokkenen implementeren samen de breed gedragen en wenselijke oplossingen. Voeg geleerde lessen toe aan een Body of Knowledge and Skills, opdat deze benut kunnen worden in toekomstige, soortgelijke situaties.

5./1.  Als Facilitator of Change help je de betrokkenen naar een proces van ‘co-evolutie’ te gaan (samen doen → samen leren → samen doen → samen leren, etc.). Een behulpzame vraag daarbij is “Doen we gezamenlijk ‘de juiste dingen’ voor en met betrokkenen in hun sociale en fysieke omgeving, en wat menen we dat deze ‘juiste dingen’ zijn?” Daarnaast insipireert en stimuleert de Facilitator of Change betrokkenen om voortaan zelf de vaardigheden van een Facilitator of Change toe te passen en op die manier beargumenteerde en breed gedragen oplossingen voor het vraagstuk te vinden. Als dit lukt, kun je spreken van sociale innovatie.

Deze vier fasen wisselen elkaar af - ze verrijken elkaar - totdat er verzadiging optreedt en dus wederzijds begrip ontstaat.

.

.

TO DO

  • Goede voorbeelden en waar relevant ook meer oefeningen toevoegen