Geleerde lessen
Door de uitkomsten van de interviews en duidingssessies samen te leggen met de sociale en culturele context van de kernen zijn de volgende geleerde lessen naar boven gekomen.
Specifieke aspecten
Houd rekening met de specifieke aspecten van een kern, zowel de omgeving, de voorzieningen als de sociale structuren.
Iedere kern is anders en daarmee zijn ook de mogelijkheden en onmogelijkheden voor een goede ondersteuning van een persoon met dementie per kern verschillend. Een kern kan bestaan uit relatief veel ‘import’ waardoor de andere inwoners maar een oppervlakkig beeld hebben over hun buren en niet direct in de gaten hebben dat er sprake is van dementie. Een kern kan ook een sterk ‘kerkelijk’ karakter hebben waar veel opgevangen wordt binnen de eigen gemeenschap. Echter, ook hier kan behoefte zijn aan ondersteuning zowel binnen als buiten de geloofsgemeenschap.
Vroegtijdig signaleren
Vang de signalen over mogelijke dementie in een vroegtijdig stadium op en maak afspraken waar deze signalen neergelegd kunnen worden.
In veel gevallen wordt dementie pas herkend en erkend als het dementieproces al een tijd aan de gang is. Het is belangrijk de signalen van dementie in een vroegtijdig stadium te herkennen en daar ook naar te handelen. Hoe dit gedaan wordt hangt af van de specifieke context en cultuur van de kern waar het zich afspeelt. Lokaal kijken is een vereiste. Het project laat zien dat er veel verborgen leed is in de kernen. Vroegtijdig signaleren kan leiden tot betere zorg in de meest brede zin van het woord. Belangrijk hierbij is ook dat mensen weten waar ze terecht kunnen als ze een vermoeden hebben. Wie gaat er aan de slag met de signalen?
Samenwerken over instanties heen
Een persoon met dementie kan beter worden ondersteund als instanties en vrijwilligers met specifieke kwaliteiten met elkaar samenwerken in het belang van deze persoon en zijn of haar omgeving.
Veel instanties bemoeien zich met de persoon met dementie, maar niet altijd effectief. In sommige gevallen wordt de persoon met dementie als klant beschouwd van een zorginstantie en wordt het wel en weer besproken in een team. Maar deze kennis wordt dan niet gedeeld met andere instanties. In andere gevallen blijft de mantelzorger buiten beeld of wordt door familie gezegd dat het niet zo’n vaart loop terwijl de mantelzorger de zorg eigenlijk niet meer aan kan. De mantelzorger staat er dan alleen voor, met als gevaar dat hij of zij er zelf aan onderdoor gaat. Daarom is een goede samenwerking tussen instanties, vrijwilligers en mantelzorgers gewenst en kan veel leed voorkomen.
Regie voeren
Voor een goede ondersteuning van een persoon met dementie en zijn of haar naasten is een goede samenwerking van instanties en vrijwilligers een vereiste. In deze samenwerking speelt dan ook de vraag; Wie kan, mag of moet de regie nemen?