Discussie

In de monitoring van het ALN zijn alle deelnemers gevraagd om te reageren op de pre- en posttest en vervolgens gevraagd om deel te nemen aan een interview. De pre-test is door tien deelnemers van de dertien ingevuld. Post-test negen van de overgebleven elf deelnemers hebben deze ingevuld. In het begin was het ALN met dertien deelnemers, maar van één organisatie zijn twee deelnemers afgehaakt. Deze deelnemers zijn nog benaderd voor de posttest en een interview maar helaas zonder resultaat. Interviews hebben plaats gevonden met tien van de elf deelnemers die zijn overgebleven. 

Doel en inzichten zowel in de pre- als posttest kwamen voornamelijk overeen. Er zat vooral een verschil in de verwachtingen over de structuur en inhoud van de bijeenkomsten waarbij een opleidingscomponent volgens de deelnemers ontbrak.  

Uit de reacties op de posttest bleek dat deelnemers aan het ALN vooral structuur misten tijdens de bijeenkomsten. Op de vraag aan de deelnemers hoe men wilde dat het ALN een vervolg zou krijgen werd het belang van een opleidingscomponent wederom aangegeven, en ook casuïstiek van de werkvloer.  

Opmerkingen uit posttest waren: 

“Ik zou wel graag willen dat er meer input komt van de werkvloer bij ALN. Dit doen we zelf al zoveel mogelijk en is ook goed als we dit meenemen bij onze ALN-bijeenkomsten.”

“Ik was in de veronderstelling dat we vanuit de werkgroep (inhoudelijk) geschoold zouden worden op dit thema. De begeleiding is tot nu toe met name gericht op het proces. Ik hoop dat we de komende sessies nog wat meer inhoudelijk gevoed worden.

Hoewel bij aftrap het programma van de middag werd gepresenteerd was het voor deelnemers nog niet altijd duidelijk wat het doel van de middag was. Bij de start van elke middag werd gevraagd naar wat er op dat moment speelde en leefde bij de deelnemers. Niettemin werd dit door sommige deelnemers als “te zoekend” ervaren waardoor er geen of minimale voortgang kon worden geboekt om PGW verder te ontwikkelen en uit te dragen binnen de eigen organisatie. Uit de interviews daarentegen kwam juist naar voren dat het vrije karakter en “zoekende” element tijdens de bijeenkomsten achteraf zeer werd gewaardeerd. Het gaf ruimte om eigen casuïstiek in te brengen. In de laatste drie bijeenkomsten gebeurde dat ook door de deelnemers. Die bespreking was zeer waardevol; er werden kritische en verhelderende vragen gesteld die zowel nuttig waren voor degene die ze stelde als de ontvanger. 

In tegenstelling tot de post-test waren de deelnemers in de interviews positiever over de opbrengsten van het ALN en het inzicht wat zij daar hebben opgedaan dan in eerste instantie deed lijken vanuit de resultaten van de post-test. Vanuit de interviews werd juist aangegeven dat het samen leren, samen ontdekken, elkaar op gang helpen en het opbouwen van een netwerk omtrent dit thema als zeer waardevol is ervaren wat de deelnemers allen graag voortzetten. Het opleidingscomponent werd hierin niet meer benoemd, het leek de deelnemers waardevoller om elkaar te blijven prikkelen om de beweging in gang te houden.

Tevens werd aangegeven dat een volgende groep deelnemers voor een ALN zeer wenselijk zou zijn om dit thema steeds breder uit te rollen. Een aantal verbeterpunten voor een volgend ALN is door de deelnemers gegeven.