Pilot Mosselhangcultuur

Veel van de jonge mosselen (mosselzaad) die in de Oosterschelde opgroeien tot Zeeuwse mosselen komen uit de Waddenzee. Om de natuur in de Waddenzee beter te beschermen is door het Ministerie van LNV, natuurorganisaties (Waddenvereniging, Vogelbescherming, Natuurmonumenten, Stichting Wad) en de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur een convenant afgesproken.

Hierin staat onder andere dat de bodemmosselzaadvisserij wordt afgebouwd tot 100% sluiting in 2029. Alternatieven voor bodemzaadvisserij, zoals het ophangen van touwen in de waterkolom waarop mossellarven zich kunnen hechten (mzi’s), blijken succesvol. In het convenant is ook een pilot afgesproken waarin gekeken wordt naar de haalbaarheid van mosselkweek in zogenaamde hangcultuur in de Nederlandse kustzone (Voordelta). Dit project gaat hierover. Het project is een eerste noodzakelijke stap naar verdere opschaling van mosselteelt naar locaties op open zee.

De pilot mosselhangcultuur heeft als doel een technisch onderzoek uit te voeren naar de geschiktheid van verschillende technieken van mosselhangcultuur, ter bepaling van de meest geschikte locatieafhankelijke techniek voor verdere opschaling na 2024. Tevens zal informatie worden verzameld om aanwijzingen over de financieel-economische haalbaarheid te verkrijgen. Er zullen op meerdere locaties in de Voordelta verschillende technieken van mosselzaadinvang en opgroei van mosselen getest worden.

Drie systemen

Er worden drie systemen getest; longlines met drijvers, ondergedoken longlines en zogenaamde ‘Easy Farms’, buizen met daaraan netsubstraat. Op de systemen worden verschillende behandelingen vergeleken om te kijken welk systeem met welke behandeling het beste resultaat geeft. Voorbeelden van de verschillende behandelingen zijn het opkweken van halfwas mosselen van elders en het ter plaatse invangen van mossellarven (mosselzaad). Het ingevangen zaad kan dan vervolgens blijven hangen tot consumptieformaat, tussentijds worden uitgedund of het zaad kan direct in sokken worden overgedaan en hierin verder uitgroeien.

Naast het onderzoeken van de geschiktheid van de verschillende technieken en het monitoren van de groei en overleving van de mosselen, zal er gekeken worden naar mogelijke effecten van mosselhangcultures op de aanwezigheid van vogels en vissen en op de bodemsamenstelling onder de cultures.  Inzicht in mogelijke effecten op het ecosysteem zijn van belang voor bijvoorbeeld het aanvragen van vergunningen voor verdere opschaling, indien de pilot slaagt.

Experimenten in het buitenland

Dit onderzoek is nodig omdat in Nederland mosselhangcultuur plaatsvindt op beschutte locaties zoals in de Oosterschelde. Mosselhangcultuur op open zee wordt in Nederland nog niet toegepast. Experimenten in het buitenland hebben laten zien dat hangcultuur mosselkweek mogelijk is op open zee, maar het succes erg afhangt van het selecteren van geschikte locaties en de daarbij behorende geschikte techniek.

De bevindingen zullen na afloop van het project, naar verwachting in december 2024, bekend worden gemaakt onder andere op de website van HZ University of Applied Sciences gepubliceerd worden. Hier blijven de resultaten vindbaar tot ten minste 5 jaar na afloop van het project. Tevens zijn de bevindingen van dit project op aanvraag kosteloos beschikbaar voor alle ondernemingen die in de betrokken sector of subsector actief zijn.

De financiering is afkomstig van de Subsidieregeling Duurzame Visserij en Aquacultuur (SDVA).





















“Geen honger,Leven in het water” staat niet in de lijst met mogelijke waarden voor de eigenschap “SDG” (Geen armoede, Geen honger, Goede gezondheid en welzijn, Kwaliteitsonderwijs, Gendergelijkheid, Schoon water en sanitair, Betaalbare en duurzame energie, Waardig werk en economische groei, Industrie, innovatie en infrastructuur, Ongelijkheid verminderen, ...).










Onderwerpen