LC 00023: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 7: | Regel 7: | ||
== Systeemdenken == | == Systeemdenken == | ||
Een systeem bestaat uit elementen (ook wel entiteiten of componenten genoemd). Een element kan verschillende gedaanten aannemen. Het kan een persoon zijn, een organisatie, een machine, etc. Alles wat gedrag vertoont. De elementen zijn aan elkaar gerelateerd. De systeemtheorie stelt dat door deze verbondenheid van elementen eigenschappen ontstaan die niet zijn terug te voeren tot de individuele elementen: het geheel is meer dan de som der delen. Bijvoorbeeld, een auto bestaat uit o.a. een aantal wielen, een motor en een chassis. Door de elementen op een specifieke manier met elkaar te verbinden onstaat een auto met als eigenschap dat een auto personen kan vervoeren van A naar B. Deze eigenschap is niet terug te voeren op individuele elementen. Een motor op zichzelf heeft deze vervoer-eigenschap niet. De nieuwe eigenschappen die onstaan uit het samenspel van elementen worden emergente eigenschappen genoemd. In sommige gevallen kunnen elementen elkaar versterken, als in een goed op elkaar ingespeeld voetbalteam. We krijgen dan synergie: 1 + 1 = 3. In andere gevallen kunnen elementen elkaar juist tegenwerken. Ook hier zijn voorbeelden eenvoudig te vinden. Herkenbaar is de bureaucratische organisatie met los van elkaar opererende afdelingen waarin klanten van het kastje naar de nuur worden gestuurd: 1 + 1 < 2.[[File:Systems thinking.jpg|thumb|center| | Een systeem bestaat uit elementen (ook wel entiteiten of componenten genoemd). Een element kan verschillende gedaanten aannemen. Het kan een persoon zijn, een organisatie, een machine, etc. Alles wat gedrag vertoont. De elementen zijn aan elkaar gerelateerd. De systeemtheorie stelt dat door deze verbondenheid van elementen eigenschappen ontstaan die niet zijn terug te voeren tot de individuele elementen: het geheel is meer dan de som der delen. Bijvoorbeeld, een auto bestaat uit o.a. een aantal wielen, een motor en een chassis. Door de elementen op een specifieke manier met elkaar te verbinden onstaat een auto met als eigenschap dat een auto personen kan vervoeren van A naar B. Deze eigenschap is niet terug te voeren op individuele elementen. Een motor op zichzelf heeft deze vervoer-eigenschap niet. De nieuwe eigenschappen die onstaan uit het samenspel van elementen worden emergente eigenschappen genoemd. In sommige gevallen kunnen elementen elkaar versterken, als in een goed op elkaar ingespeeld voetbalteam. We krijgen dan synergie: 1 + 1 = 3. In andere gevallen kunnen elementen elkaar juist tegenwerken. Ook hier zijn voorbeelden eenvoudig te vinden. Herkenbaar is de bureaucratische organisatie met los van elkaar opererende afdelingen waarin klanten van het kastje naar de nuur worden gestuurd: 1 + 1 < 2.[[File:Systems thinking.jpg|thumb|center|500px|Systems thinking]]Elementen in het systeem vertonen gedrag. De kunst is het gedrag van de elementen zodanig op elkaar af te stemmen dat synergie ontstaat. Om dat te bewerkstelligen moet allereerst inzicht worden verkregen in hoe personen en/organisaties staan in een bepaalde situatiie. Wat drijft hen, wat zijn hun overtuigingen, wat zijn de beletsels, wat zijn de kaders, etc.? Pas als inzicht is verkregen in elkaars wereldbeeld, kunnen wegen worden verkend om verbeteringen tot stand te brengen in een systeem. | ||
<blockquote> | <blockquote> | ||
Regel 17: | Regel 17: | ||
De basis voor EMM wordt gelegd met de Expertise Management ontologie (EM<sub>ont</sub>), een conceptueel model waarmee handelingskennis in context kan worden beschreven. Een belangrijk kenmerk van de ontologie is dat nieuwe situationeel bepaalde handelingskennis kan worden verknoopt aan bestaande kennis. EMM gaat uit van een empirische cyclus van inductie en deductie. Door het bestuderen van concrete casussen wordt inzicht verkregen in bepaalde situaties. Met een inductiestap kan uit de casussusen een theorie worden ontwikkeld (binnen de randvoorwaarden van een situatie). Met de theorie als uitgangspunt, kunnen soortgelijke casussen worden bestudeerd (de deductiestap) voor verfijning en/of verdieping van de theorie. | De basis voor EMM wordt gelegd met de Expertise Management ontologie (EM<sub>ont</sub>), een conceptueel model waarmee handelingskennis in context kan worden beschreven. Een belangrijk kenmerk van de ontologie is dat nieuwe situationeel bepaalde handelingskennis kan worden verknoopt aan bestaande kennis. EMM gaat uit van een empirische cyclus van inductie en deductie. Door het bestuderen van concrete casussen wordt inzicht verkregen in bepaalde situaties. Met een inductiestap kan uit de casussusen een theorie worden ontwikkeld (binnen de randvoorwaarden van een situatie). Met de theorie als uitgangspunt, kunnen soortgelijke casussen worden bestudeerd (de deductiestap) voor verfijning en/of verdieping van de theorie. | ||
[[File:Empirical cycle.png|thumb|center|500px|Empirische cyclus van inductie en deductie.]] | |||
Samenvattend, EM<sub>ont</sub> verschaft het fundament voor alsmaar verdiepende theorievorming uit casuïstiek door een proces van inductie en deductie. | Samenvattend, EM<sub>ont</sub> verschaft het fundament voor alsmaar verdiepende theorievorming uit casuïstiek door een proces van inductie en deductie. | ||
Versie van 11 feb 2016 11:31
Met de door de Lector ICT, Hans de Bruin, verbonden aan de HZ University Of Applied Sciences ontwikkelde Expertise Management Methoddologie (EMM) worden de inzichten (expertise: kennis en kunde) van betrokkenen in bepaalde situaties geëxpliciteerd. EMM is een methode om kennis en expertise te managen: oftewel belichten, analyseren, structureren, verdiepen, verrijken, benutten en borgen. Met behulp van EMM wordt nieuwe expertise en praktijkervaring systematisch verknoopt aan bestaande expertise en geborgd in een Body of Knowledge & Skills (BoKS). De semantische wiki fungeert hierbij als faciliterend kennisplatform. Complexe kennis kan visueel worden weergegeven in rijke plaatjes, beeldtaal en conceptmaps (zie bijvoorbeeld deltaexpertise.nl).
EMM is gebasserd op:
- systeemdenken;
- Expertise Management ontologie (EMont);
- actieonderzoek.
Systeemdenken
Een systeem bestaat uit elementen (ook wel entiteiten of componenten genoemd). Een element kan verschillende gedaanten aannemen. Het kan een persoon zijn, een organisatie, een machine, etc. Alles wat gedrag vertoont. De elementen zijn aan elkaar gerelateerd. De systeemtheorie stelt dat door deze verbondenheid van elementen eigenschappen ontstaan die niet zijn terug te voeren tot de individuele elementen: het geheel is meer dan de som der delen. Bijvoorbeeld, een auto bestaat uit o.a. een aantal wielen, een motor en een chassis. Door de elementen op een specifieke manier met elkaar te verbinden onstaat een auto met als eigenschap dat een auto personen kan vervoeren van A naar B. Deze eigenschap is niet terug te voeren op individuele elementen. Een motor op zichzelf heeft deze vervoer-eigenschap niet. De nieuwe eigenschappen die onstaan uit het samenspel van elementen worden emergente eigenschappen genoemd. In sommige gevallen kunnen elementen elkaar versterken, als in een goed op elkaar ingespeeld voetbalteam. We krijgen dan synergie: 1 + 1 = 3. In andere gevallen kunnen elementen elkaar juist tegenwerken. Ook hier zijn voorbeelden eenvoudig te vinden. Herkenbaar is de bureaucratische organisatie met los van elkaar opererende afdelingen waarin klanten van het kastje naar de nuur worden gestuurd: 1 + 1 < 2.
Elementen in het systeem vertonen gedrag. De kunst is het gedrag van de elementen zodanig op elkaar af te stemmen dat synergie ontstaat. Om dat te bewerkstelligen moet allereerst inzicht worden verkregen in hoe personen en/organisaties staan in een bepaalde situatiie. Wat drijft hen, wat zijn hun overtuigingen, wat zijn de beletsels, wat zijn de kaders, etc.? Pas als inzicht is verkregen in elkaars wereldbeeld, kunnen wegen worden verkend om verbeteringen tot stand te brengen in een systeem.
A systems approach begins when first you see the world through the eyes of another. (C.W. Churchman, 1968)
Expertise Management ontologie (EMont)
De essentie van EMM is dat op een gestructureerde wijze de wereldbeelden van belanghebbenden (elementen als personen en organisaties) boven water worden gehaald. Het gaat hier vooral om handelingskennis, d.w.z. de wijze waarop mensen handelen in een bepaalde situatie. De eefctiviteit van handelingskennis is meestal situationeel bepaald. Wat in de ene situatie goed werkt, kan in een andere situatie juist ineffectief zijn. De reden hiervoor het feit dat de situatie wordt bepaald door interacterende belanghebbenden die er mogelijkerwijs al dan niet conficterende wereldbeelden en doelstellingen op nahouden.
De basis voor EMM wordt gelegd met de Expertise Management ontologie (EMont), een conceptueel model waarmee handelingskennis in context kan worden beschreven. Een belangrijk kenmerk van de ontologie is dat nieuwe situationeel bepaalde handelingskennis kan worden verknoopt aan bestaande kennis. EMM gaat uit van een empirische cyclus van inductie en deductie. Door het bestuderen van concrete casussen wordt inzicht verkregen in bepaalde situaties. Met een inductiestap kan uit de casussusen een theorie worden ontwikkeld (binnen de randvoorwaarden van een situatie). Met de theorie als uitgangspunt, kunnen soortgelijke casussen worden bestudeerd (de deductiestap) voor verfijning en/of verdieping van de theorie.
Samenvattend, EMont verschaft het fundament voor alsmaar verdiepende theorievorming uit casuïstiek door een proces van inductie en deductie.
Actieonderzoek
Referenties
- Soft Systems Methodology, Peter Checkland and John Poulter, Reynolds, M. and Holwell, S. (eds.), 2010.
- A Brief Introduction to Critical Systems Heuristics (CSH), Werner Ulrich, 2005.
Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door: Casuïstiek, Dementie Rilland - aanpak, SAAM@ - aanpak, SAAM@ - resultaten