Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 6: | Regel 6: | ||
* <u>Factor C</u>: geschiktheid voor diepere regelbare drainage. | * <u>Factor C</u>: geschiktheid voor diepere regelbare drainage. | ||
Drains2Buffer is bedoeld om de dunne regenwaterlenzen in zoute kwelgebieden te vergoten en daarom is het voorkomen van deze dunne regenwaterlenzen een eerste vereiste. De combinatie van factor A en B bepaalt het voorkomen van dunne regenwaterlenzen. Onderzoek heeft aangetoond dat zoute kwel de dikte van regenwaterlenzen beperkt tot 1-3 meter en vaak is zelfs zoet grondwater afwezig | Drains2Buffer is bedoeld om de dunne regenwaterlenzen in zoute kwelgebieden te vergoten en daarom is het voorkomen van deze dunne regenwaterlenzen een eerste vereiste. De combinatie van factor A en B bepaalt het voorkomen van dunne regenwaterlenzen. Onderzoek heeft aangetoond dat zoute kwel de dikte van regenwaterlenzen beperkt tot 1-3 meter en vaak is zelfs zoet grondwater afwezig {{Cite|resource=Resource Bibliographic Reference 00008|name=|dialog=process-bibliographicreference-dialog}}. Een permanente kwelstroom vanuit het eerste watervoerende pakket in de deklaag, ongeacht de flux, is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van dunne regenwaterlenzen. Het voorkomen van deze dunne lenzen beperkt zich dan namelijk tot de deklaag van slechtdoorlatende kleiige, en venige afzettingen. De grootte van de kwelflux bepaalt daarna in samenhang met drainagediepte en neerslag- en verdamping dynamiek de verdere karakteristieken (dikte en diepte mix-zone tussen regenwater en zout kwelwater) van deze dunne regenwaterlenzen. Met factor C wordt aangegeven of de bodem in de bovenste 2 meter geschiktheid is voor diepere en samengestelde regelbare drainage. Het drainagesysteem dat voor Drains2Buffer dient te worden toegepast ligt over het algemeen dieper dan conventionele drainage. Hierdoor is de kans dat drainage minder goed werkt door het voorkomen van storende en minder goed doorlatende bodemlagen (bijvoorbeeld, (ongerijpte) klei- of veenlaagjes, of ijzerhydroxide-concreties). | ||
''Geschiktheidskaart Drains2Buffer op landelijke schaal'' | ''Geschiktheidskaart Drains2Buffer op landelijke schaal'' | ||
Voor het project FWOO- Fresh Water Options Optimizer | Voor het project FWOO- Fresh Water Options Optimizer {{Cite|resource=Resource Bibliographic Reference 00009|name=|dialog=process-bibliographicreference-dialog}} zijn de bovengenoemde factoren op een landelijke schaal in kaart gebracht en gecombineerd tot een Drains2Buffer geschiktheidskaart. Daarbij zijn de volgende informatiebronnen gebruikt: | ||
* <u>Factor A</u>: Informatiebron: brak-zout grensvlak van TNO, https://www.dinoloket.nl/<nowiki/>(raster 250x250 m). | * <u>Factor A</u>: Informatiebron: brak-zout grensvlak van TNO, https://www.dinoloket.nl/<nowiki/>(raster 250x250 m). | ||
* <u>Factor B</u>: GIS-bestand gemiddelde kwel-infiltratie flux van NHI (raster 250x250 m). | * <u>Factor B</u>: GIS-bestand gemiddelde kwel-infiltratie flux van NHI (raster 250x250 m). | ||
Regel 59: | Regel 59: | ||
Voor de provincie Zeeland is op een veel lokaler schaalniveau dan landelijk informatie over de desbetreffende fysische factoren beschikbaar. Zo biedt het resultaat van het FRESHEM-project gedetailleerde informatie over de dikte van de regenwaterlens en het grondwatermodel van Zeeland geeft gedetailleerde informatie over de ligging van de kwelgebieden. Deze informatie kan worden gebruikt voor de bepaling van de fysische geschiktheid voor Drains2Buffer. Echter, het verzamelen van lokale gegevens op het betreffende perceel blijft altijd nodig voor een gefundeerde inschatting of het perceel geschikt is en voor het meest geschikte ontwerp van het regelbare drainagesysteem. | Voor de provincie Zeeland is op een veel lokaler schaalniveau dan landelijk informatie over de desbetreffende fysische factoren beschikbaar. Zo biedt het resultaat van het FRESHEM-project gedetailleerde informatie over de dikte van de regenwaterlens en het grondwatermodel van Zeeland geeft gedetailleerde informatie over de ligging van de kwelgebieden. Deze informatie kan worden gebruikt voor de bepaling van de fysische geschiktheid voor Drains2Buffer. Echter, het verzamelen van lokale gegevens op het betreffende perceel blijft altijd nodig voor een gefundeerde inschatting of het perceel geschikt is en voor het meest geschikte ontwerp van het regelbare drainagesysteem. | ||
'''Economische randvoorwaarden''' | '''Economische randvoorwaarden''' |
Huidige versie van 3 jul 2017 om 15:35
Fysische randvoorwaarden
De volgende 3 fysische factoren zijn belangrijk voor de effectiviteit van het systeem van Drains2Buffer.
- Factor A: diepte brak-zout grensvlak (Cl = 1000 mg/l) ondieper dan 5 m beneden maaiveld.
- Factor B: optreden van kwel.
- Factor C: geschiktheid voor diepere regelbare drainage.
Drains2Buffer is bedoeld om de dunne regenwaterlenzen in zoute kwelgebieden te vergoten en daarom is het voorkomen van deze dunne regenwaterlenzen een eerste vereiste. De combinatie van factor A en B bepaalt het voorkomen van dunne regenwaterlenzen. Onderzoek heeft aangetoond dat zoute kwel de dikte van regenwaterlenzen beperkt tot 1-3 meter en vaak is zelfs zoet grondwater afwezig (De Louw, P.G.B., 2013). Een permanente kwelstroom vanuit het eerste watervoerende pakket in de deklaag, ongeacht de flux, is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van dunne regenwaterlenzen. Het voorkomen van deze dunne lenzen beperkt zich dan namelijk tot de deklaag van slechtdoorlatende kleiige, en venige afzettingen. De grootte van de kwelflux bepaalt daarna in samenhang met drainagediepte en neerslag- en verdamping dynamiek de verdere karakteristieken (dikte en diepte mix-zone tussen regenwater en zout kwelwater) van deze dunne regenwaterlenzen. Met factor C wordt aangegeven of de bodem in de bovenste 2 meter geschiktheid is voor diepere en samengestelde regelbare drainage. Het drainagesysteem dat voor Drains2Buffer dient te worden toegepast ligt over het algemeen dieper dan conventionele drainage. Hierdoor is de kans dat drainage minder goed werkt door het voorkomen van storende en minder goed doorlatende bodemlagen (bijvoorbeeld, (ongerijpte) klei- of veenlaagjes, of ijzerhydroxide-concreties).
Geschiktheidskaart Drains2Buffer op landelijke schaal
Voor het project FWOO- Fresh Water Options Optimizer (Hoogvliet et al., 2014) zijn de bovengenoemde factoren op een landelijke schaal in kaart gebracht en gecombineerd tot een Drains2Buffer geschiktheidskaart. Daarbij zijn de volgende informatiebronnen gebruikt:
- Factor A: Informatiebron: brak-zout grensvlak van TNO, https://www.dinoloket.nl/(raster 250x250 m).
- Factor B: GIS-bestand gemiddelde kwel-infiltratie flux van NHI (raster 250x250 m).
- Factor C: GIS-bestand geschiktheidskaart samengestelde regelbare (klimaat adaptieve) drainage (raster 250x250 m). Bron Van Bakel et al., 2013
De score toekenning voor de individuele factoren en de geschiktheidsbepaling voor Drains2Buffer is in de onderstaande tabellen samengevat en toegepast op de landelijk beschikbare kaarten.
Criteria | Score | Criteria | Score | |
Factor A | Grensvlak Cl = 1 g/l < 5 m-mv | 1 | Grensvlak Cl = 1 g/l > 5 m -mv | 0 |
Factor B | Kwel | 1 | Infiltratie | 0 |
Factor C | Geschikt voor regelbare drainage | 1 | Niet geschikt voor regelbare drainage | 0 |
Geschiktheid Drains2Buffer | Score |
kansrijk | A + B + C = 3 |
niet kansrijk | A + B + C < 3 |
Geschiktheidskaart Drains2Buffer op regionale schaal
Voor de provincie Zeeland is op een veel lokaler schaalniveau dan landelijk informatie over de desbetreffende fysische factoren beschikbaar. Zo biedt het resultaat van het FRESHEM-project gedetailleerde informatie over de dikte van de regenwaterlens en het grondwatermodel van Zeeland geeft gedetailleerde informatie over de ligging van de kwelgebieden. Deze informatie kan worden gebruikt voor de bepaling van de fysische geschiktheid voor Drains2Buffer. Echter, het verzamelen van lokale gegevens op het betreffende perceel blijft altijd nodig voor een gefundeerde inschatting of het perceel geschikt is en voor het meest geschikte ontwerp van het regelbare drainagesysteem.
Economische randvoorwaarden
De kosten voor de aanleg van een regelbaar drainagesysteem voor Drains2Buffer wordt geschat op ongeveer 2250 – 3750 (inclusief BTW) per hectare. Het is uiteraard economisch gunstig om regelbare drainage aan te leggen wanneer het oude drainagesysteem aan vervanging toe is. Drainagesystemen gaan meestal zo’n 15 tot 20 jaar mee. Wanneer een drainagesysteem aan vervanging toe is, verdient het aanbeveling te overwegen regelbare drainage aan teleggen. In alle gebieden kan een regelbaar drainagesysteem leiden tot een betere waterhuishouding en daarmee tot een hogere gewasopbrengst (sturen om nat- en droogteschade te voorkomen). Specifiek voor de zoute kwelgebieden met dunne regenwaterlenzen dient het regelbare drainagesysteem geschikt te worden gemaakt voor Drasins2Buffer. Onderhoud van het drainagesysteem is vergelijkbaar met het onderhoud van traditionele drainage en brengt niet veel meer extra kosten met zich mee.
Referenties
- Zoute kwel in delta’s. Preferente kwel via wellen en interacties tussen dunne regenwaterlenzen en zoute kwel, De Louw, P.G.B., 2013.
- Methode voor het selecteren van lokale zoetwateroplossingen en het afwegen van hun effecten Fresh Water Options Optimizer’, Hoogvliet et al., 2014.