Naar een duurzame samenleving door burger- en oveheidsparticipatie
Line of reasoning:
Introductie
- Sense of urgency voor een duurzame samenleving is aanwezig. Het is geen optie meer, maar bittere noodzaak.
- Duurzaamheid kent vele facetten: woning, zorg, herbruikbare goederen (circulaire economie).
- Dit is geen taak die de overheid alleen kan aanpakken, niet gewenst, maar ook niet meer mogelijk. De tijden zijn veranderd. Door opkomende economieën, klimaatwijzigingen, en problematiek als vergrijzing komt de verzorgingsmaatschappij die we kennen, of liever gezegd, kenden, steeds meer onder druk te staan. De overheid is niet meer in staat deze uitdagingen alleen te adresseren. Daarvoor zijn de (financiële) middelen ontoereikend waardoor burgerparticipatie een noodzakelijk gegeven is.
- Burgerparticipatie is geen doel op zich, maar een noodzakelijk middel voor het groeien naar een duurzame samenleving. Sommigen zien burgerparticipatie als een ordinaire bezuinigingsmaatregel in de zin dat de overheid taken afstoot naar de burger. Dit is niet de intentie van de overheid. Echter zonder een heldere visie te geven op burgerparticipatie is deze kijk op de zaak goed invoelbaar: "Ik heb recht op goede zorg omdat ik mijn hele leven hard mijn steentje heb bijgedragen" is dan het veel gehoorde credo. Maar met beperkte middelen gaat deze vlieger niet meer op.
- Een nieuwe visie op burgerparticipatie is gewenst. We moeten naar een samenleving toe waar we op een slimmere manier elkaars kwaliteiten gaan benutten. Het individu draagt bij aan het collectief waar hij ook deel vanuit maakt. Niet als beperking op individuele vrijheden en rechten, maar vanuit de holistische gedachte dat we door samenwerking meer tot stand kunnen brengen. Het geheel (collectief) is dan meer dan de som der delen (individuen). Overigens, het collectief is niet alleen een verzameling burgers, ook de overheid behoort tot het collectief.
- De "wij-zij" tegenstelling tussen overheid en burger wordt verlaten en maakt plaats voor een "door ons" insteek. De consequentie hiervan is dat burger en overheid (meer) op gelijke voet komen te staan: burgerkracht met burgermacht. Er is dan sprake van burger- en overheidsparticipatie.
- Zover zijn we nog niet. Een proces moet op gang worden gebracht om toe te groeien naar nieuwe rollen voor iedere betrokkene: burger- en overheidsemancipatie.
Fundament voor burger- en overheidsparticipatie
- Het verduurzamen van een samenleving door burger- en overheidsparticipatie is een proces. Voor het goed kunnen sturen en waar nodig aanpassen van het proces is het noodzakelijk dat wordt bewogen vanuit een gemeenschappelijk fundament, een sociale theorie waarmee we initiatieven kunnen analyseren op gewenstheid en impact.
- De sociale theorie is gebaseerd op:
- theorie van verbondenheid: we kunnen elkaar alleen helpen als we elkaar kennen. Is uitgewerkt in voorgaande DZH projecten;
- theorie van individu versus collectief.
Theorie van individu versus collectief
- De theorie luidt dat alleen door samenwerking in het collectief (door individuen) op effectieve wijze voorzieningen kunnen worden gerealiseerd die bevorderend zijn voor de leefbaarheid en het welzijn van een samenleving en daarmee ook bevorderend zijn voor de individuen die onderdeel zijn van de samenleving.
- Het collectief wordt gezien als overheid plus burgers. De overheid moet het belang van de burger dienen en is daarmee ook onlosmakelijk een onderdeel van het collectief.
- Gezamenlijk optrekken in een collectief is nuttig voor de samenleving in het algemeen. De vraag is hoe zich dit verhoudt tot de hoge mate van individualisatie van de Nederlandse maatschappij. Collectiviteit is niet synoniem met het streven naar een op het collectief gerichte staatsvorm (een soort communistische heilstaat). Het gaat hier om een vorm van participatie waarin wordt bijgedragen, in natura of met belastingen, aan het grotere geheel. Het collectief is een netwerk van rollen die worden ingevuld door burgers en overheid: familie en groepen die een gemeenschappelijk belang na streven, namelijk een leefbare en welvarende samenleving.
- Een sociale theorie zal ook antwoorden en/of richtlijnen moeten geven voor issues die spelen:
- het potentiële conflict tussen het individuele belang en het collectieve belang;
- disruptieve krachten;
- onbalans in macht (wie betaalt bepaalt)
- onttrekken aan burgerplicht maar wel profiteren van gemeenschappelijke voorzieningen: het probleem van de free riders;
- onzorgvuldig omgaan t.b.v. eigen gewin met schaarse, gedeelde middelen: het probleem van de tragedy of the commons.
Het inrichten van het proces van burger- en overheidsparticipatie
- Het proces is gericht op:
- vaststellen en indien nodig veranderen van machtsposities;
- verantwoordelijken tot verantwoording kunnen roepen op basis van vastgestelde ethische uitgangspunten;
- het optimaal gebruik maken van elkaars expertise (kennis en kunde);
- transparantie.
- Ethische uitgangspunten:
- Rentmeesterschap, de morele verplichting de aarde zoals hij nu is zo goed mogelijk in stand houden.
- Burgers worden geacht bijdragen te leveren aan het collectief. Dit is een morele verplichting: je leeft niet uitsluitend voor jezelf.
- Krachten, al dan niet disruptief, die gericht zijn op het individu mogen geen negatieve uitwerking hebben op het belang van het collectief. Bijvoorbeeld, een zorgverzekeringsmaatschappij kan een individueel aanbod doen op basis van life style. Maar persoonlijk aanboden kan leiden tot tweespalt in een samenleving (stigmatiserend: waarom zou ik een persoon met een bewust ongezond leven gaan helpen?) en daarmee solidariteit en dus het collectieve belang ondergraven. Het is dan ook maar de vraag of aanbod op maat vanuit dit gezichtspunt een wenselijke ontwikkeling is.
- Er moet wederkerigheid zijn in wat individuen bijdragen en ontvangen van het collectief. Hiermee wordt gesteld dat free riders en tragedies of the commons niet worden getolereerd. Een consequentie kan zijn dat als iemand niet bijdraagt of te veel neemt, hij ook niet ontvangt van het collectief.
- Burgers hebben dus rechten en plichten. En hiermee komt ook gelijk het probleem van handhaving om de hoek kijken. Hoe wordt bijgehouden dat aan de burgerplicht wordt voldaan, en wat zijn de sancties als een burger zijn plichten niet nakomt? Wat niet de bedoeling is, is naast de rechtstaat en soort "1984, big brother is watching you" staat in te richten.
- Mogelijke oplossingsrichting: zelfregulerende en zelfcorrigerende systemen. Een observatie is dat veel burgers onderdeel uitmaken van één of meer groepen die hun eigen normen en waarden erop nahouden. Hier zit de mogelijkheid tot corrigerend vermogen. Men weet in een groep, bijvoorbeeld de voetbalvereniging, wie altijd meedoet en wie niet. Het idee is nu simpel: extra overheidsfinanciering indien een vereniging naast zijn eigen doelstellingen ook bijdraagt aan de samenleving, bijvoorbeeld, het onderhoud van de plantsoenen. Overheidsgeld dat hiermee wordt bespaard kan dan worden ingezet voor andere doeleinden, bijvoorbeeld zorg. Dit is geen volledige compensatie, anders zou er geen sprake zijn van burgerparticipatie, maar van betaalde arbeid. Het is wel een incentive om bij te dragen, via de groep en met het corrigerende vermogen van een groep. Iets formeler kan dit principe worden toegepast door vrijwilligersorganisaties Zij vervullen een makelaarsrol en kunnen dus ook bijhouden wie bijdraagt aan de samenleving. Ook hier weer geen volledige compensatie. Het gaat hierom dat inzet van een burger wordt beloond: als die burger op een later tijdstip iets nodig heeft, dan krijgt hij het ook. Het is ook een middel om het probleem van free riders te reduceren: wie niet bijdraagt krijgt ook niets.
Expertise Management Methodologie (EMM)
- EMM is gericht op het zo goed mogelijk benutten van elkaars expertise.
- Geen sociale theorie an sich, maar een sociale theorie kan als uitgangspunt (de bodemplaat) worden ingebracht.
- Nieuwe kennis aan bestaande kennis koppelen.
- Casuïstiek-gedreven, proces van inductie en deductie.