MediaWiki:IKH P3S1
Overzicht
Je doet je best om weer volledig terug aan het werk te gaan. Restverschijnselen kunnen het moeilijk maken om dit doel te behalen of om het vol te houden. Als het niet mogelijk is om de werkzaamheden aan te passen, kan een andere functie een optie zijn.
Handelingsopties
Omgaan met restverschijnselen
Soms blijkt een volledige terugkeer een onhaalbaar doel.
Werknemer: "Ja, dat valt tegen de fase waar ik nu in zit. Ik dacht als ik hard genoeg mijn best doe dan haal ik wel weer het level waar ik geweest ben."
Werknemer: "Recent zei de fysio 'ik denk dat dit het wel is'. En toen dacht ik 'Dit het is?' Toen dacht ik ja weet je, eigenlijk is het ook wel reëel, maar ik dacht altijd het gaat me wel lukken. Maar dit is het dus."
Als het wel lukt om volledig terug te keren in je functie betekent dit niet dat alles hetzelfde wordt als voorheen.
HR adviseur: “En als iemand 3 maanden aan het werk is, dat dat energiepeil nog steeds niet, misschien wel nooit meer, zo wordt zoals het was. Dat mensen inderdaad na schooltijd niet in de lerarenkamer gaan zitten want dat trekken ze niet, maar ervoor kiezen om apart te zitten. Omdat ze dat nodig hebben, even in het eigen klaslokaal zitten en tot rust komen. En nee ik kan niet mee gaan eten want dat is me te zwaar. Over het algemeen zie je vaak toch dat ze keuzes moeten gaan maken, energieverdeling, omdat het nooit meer zo wordt als dat het vroeger was.”
Aanpassen van de werkzaamheden
Veel werkgevers zijn bereid om mee te denken over het aanpassen van de werkzaamheden
HR adviseur: “Wat we nog weleens zien als verpleegkundige weer moeten gaan tillen dat dat soms blijvend beperkt is. Dan moet je toch gaan kijken, kan dat in de functie beperkt worden of zijn er hulpmiddelen, of kunnen de collega’s dat wel of niet opvangen. Dat is dan ook weer samen een zoektocht.”
HR adviseur: “En soms zie je ook puur de onregelmatigheid he. Dat het energielevel zo moeizaam opgebouwd wordt en niet helemaal terugkomt, dat het wisselen van het bioritme dat dat gewoon niet meer gaat. Dan zouden ze de handelingen nog wel uit kunnen voeren maar dan heb je daarmee te maken. Dat komt ook voor.”
Niet iedere functie kan (even makkelijk) aangepast worden.
Werknemer: "Na de zomervakantie had ik eigenlijk ook nog therapeutisch kunnen blijven werken maar. Je kan niet therapeutisch voor een klas staan. Dat gaat gewoon niet. Ik kan niet zeggen om half vier dan ga ik nu weg en de rest doe ik niet. Dat kan gewoon niet. Dus toen dacht ik, ik voel me heel fit en energiek. Goed eigenlijk. Dus ben ik gewoon gelijk weer twee dagen in de week gaan werken."
Oriënteren op andere functie
Als terugkeer naar de functie niet mogelijk blijkt, is dat soms moeilijk te accepteren.
HR adviseur: “Ja. Dat is ook een stukje acceptatieproces waar ze inzitten. We hebben een blijvende beperking en we passen niet meer in de zorg en dan die focus naar een totaal andere functie. Ze zien het vaak als, nog een keer een extra straf.”
Ook als er een andere functie wordt aangeboden is dat niet altijd makkelijk om te accepteren.
HR adviseur: “En dat vind ik ook wel een heel lastige om een medewerker uit te leggen… soms zeggen mensen van, ja…ik kan er ook niet aan doen dat ik mijn werk niet meer kan. En dan zeggen we van, ja dat klopt, dat is het ook niet maar het UWV zegt niet of je je werk wel of niet kan die zegt die alleen, wat kun je nog doen. Wat kun je nog fysiek en met jouw werkniveau van functies doen. En dat is voor de medewerker, vind ik, soms ook heel moeilijk. Dan zeggen ze, ik kan die zorg niet meer dus dan houdt het toch op. Nee, maar ja, als je de zorg niet meer kan dan kan je nog wel administratief. Ja, maar daar heb ik geen affiniteit mee. Nee, maar het UWV kijkt daar niet naar.”
Oriënteren op een nieuwe functie kan ook een nieuw perspectief bieden.
“Als je ooit bij het UWV uitkomt kun je met een loopbaantraject of een loopbaancoach kijken waar jouw interesses liggen.”
“Ik zit nu bij het UWV en ik moet daar mijn kansen maar gewoon zien en eens even gaan kijken. Misschien zijn er ook hele andere banen die ik ook ontzettend leuk vind waar ik nooit aan heb gedacht.”
Adviezen
Overwegingen
Eenmaal terug in je functie betekent niet dat je verhaal klaar is en je re-integratieproces kan worden afgesloten.
“Kijk ik zit nu in de overgang he door chemo. Ik ben 38. Ik kan geen kinderen meer krijgen is nu duidelijk. Je zit in een ander traject. Ik merk ook weleens dat mensen denken daar komt ze weer met haar kankerverhaal.”
“Ik heb ook weleens het idee dat mensen denken ja ik weet het nu wel, je hebt kanker gehad. Mijn coach heeft dat ook weleens letterlijk gezegd, van ja dat is geweest.”
“Het houdt niet op bij afsluiting van het re-integratieproces. Op een gegeven moment ben je weer volledig aan het werk maar kun je nog tegen dingen aanlopen. Ik vind dat je daar keuzes in moet maken. Moet je dat melden. Denkt iedereen ‘Nou Peter is beter?’ Maar je loopt wel tegen dingen aan. Peter is beter. Afgestreept volgende, maar dat werkt zo niet. Sommige gevolgen krijg je pas later. Ik had nooit neuropathie, totdat ik vier maanden klaar was met de chemo. Toen had ik ineens tintelingen. Ik dacht krijg nou wat. Ook nu ik alweer een jaar mijn uren draai. Er zijn echt dingen waar ik tegenaan loop waarvan ik niet zo goed weet of ik dat bespreekbaar moet maken, of maar ploeterend door moet gaan.”