LC 00603: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
(nieuwe informatie toegevoegd mbt ervaringen en bewijsmateriaal. Deels een vertaling van informatie van de master river delta development)
Regel 1: Regel 1:
'''Ervaringen'''
In het portfolio legt de deelnemer verschillende ervaringen vast. Een ervaring is een moment/situatie waardoor de deelnemer tot een bepaald inzicht kwam. Ervaringen kunnen voortkomen uit de praktijk (tijdens de uitvoering van het project), maar ook tijdens of na workshops, bij toepassingssessies of individuele gesprekken. Het kan gaan om behaalde resultaten, genomen stappen, eye-openers/geleerde lessen, doorgevoerde veranderingen (en de onderbouwing daarvan), samenwerkingen met.. etc. Ervaringen hebben altijd betrekking op iets wat de deelnemer zelf heeft gedaan of meegemaakt.
Ervaringen worden gekoppeld aan de leeruitkomsten, de theoretische basisprincipes en eventueel aanvullende persoonlijke leerdoelen. De verschillende ervaringen illustreren het leerproces van de deelnemer. Uiteindelijk voeden de ervaringen het zelf-assessment: de ervaringen onderbouwen of een leeruitkomst behaald is of niet. 
De STARR methode helpt om een ervaring goed te beschrijven. De deelnemer beschrijft in de ervaring kort de situatie, welke taak hij/zij daar had, welke actie werd uitgevoerd en wat het resultaat was. Vervolgens reflecteert de deelnemer daarop. De belangrijkste inzichten die hij in relatie tot de leeruitkomst of een theoretisch principe heeft opgedaan door de ervaring worden beschreven. Om de ervaring verder te onderbouwen voegt de deelnemer (waar mogelijk) ook bewijzen toe.
Volgt: Afbeelding praktisch voorbeeld hoe in te vullen.
'''Bewijzen'''
De deelnemer voorziet het portfolio van verschillende illustratieve, specifieke en persoonlijke bewijsstukken en anekdotes die de acties in de praktijk situatie illustreren. Bewijzen kunnen worden geleverd door middel van documenten, screenshots/afbeeldingen, feedback formulieren, berichten, samenvattingen van intervisie gesprekken, etc.
Typen bewijs:
* Beschrijving van activiteiten en acties (e.g. tijdens overleggen, workshops of conferenties)
* Bewijzen van dialogen: correspondentie, verslagen van interviews, etc.
* Verslagen van reflectie met peers, supervisoren en ander professionals, etc.
* Aanbevelingen
* Professionele producten/documenten die zijn ontwikkeld of links (URLs) naar project resultaten die gedeeld zijn op bepaalde platforms of websites, (verwijzingen naar hoofdstukken/delen van) rapporten en presentaties (e.g. include titles or screenshots), etc.
* Bewijs van activiteiten of evenementen: titels, foto’s, agenda’s, programma’s, evaluaties van deelnemers, etc. toe
* ….
De deelnemer selecteert de meest relevante stukken bewijs en voegt deze toe aan het portfolio. De assessoren moeten door het lezen van de zelf-assessments en vergelijking met het bewijs, kunnen bepalen of de deelnemer de juiste kennis en ervaring heeft opgedaan om de leeruitkomsten te behalen.
Een totaal overzicht van het bewijs en de link naar de ervaringen wordt vastgelegd in dit format.
'''Logboek'''
Optioneel kan een deelnemer ook een logboek bijhouden. Hierin beschrijft hij alle grote activiteiten, bijdragen, etc. uitgevoerd door de deelnemer en aansluitend op de leeruitkomsten. De deelnemer kan een logboek maken waarin dagelijks of wekelijks professionele situaties worden beschreven die relevant zijn voor het leerproces en de ontwikkeling van de leerdoelen. Dit logboek kan gebruikt worden om vervolgens ervaringen uit te werken. 
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=LC_00514
|Supercontext=LC_00514

Versie van 15 jul 2020 09:54

Ervaringen

In het portfolio legt de deelnemer verschillende ervaringen vast. Een ervaring is een moment/situatie waardoor de deelnemer tot een bepaald inzicht kwam. Ervaringen kunnen voortkomen uit de praktijk (tijdens de uitvoering van het project), maar ook tijdens of na workshops, bij toepassingssessies of individuele gesprekken. Het kan gaan om behaalde resultaten, genomen stappen, eye-openers/geleerde lessen, doorgevoerde veranderingen (en de onderbouwing daarvan), samenwerkingen met.. etc. Ervaringen hebben altijd betrekking op iets wat de deelnemer zelf heeft gedaan of meegemaakt.

Ervaringen worden gekoppeld aan de leeruitkomsten, de theoretische basisprincipes en eventueel aanvullende persoonlijke leerdoelen. De verschillende ervaringen illustreren het leerproces van de deelnemer. Uiteindelijk voeden de ervaringen het zelf-assessment: de ervaringen onderbouwen of een leeruitkomst behaald is of niet. 

De STARR methode helpt om een ervaring goed te beschrijven. De deelnemer beschrijft in de ervaring kort de situatie, welke taak hij/zij daar had, welke actie werd uitgevoerd en wat het resultaat was. Vervolgens reflecteert de deelnemer daarop. De belangrijkste inzichten die hij in relatie tot de leeruitkomst of een theoretisch principe heeft opgedaan door de ervaring worden beschreven. Om de ervaring verder te onderbouwen voegt de deelnemer (waar mogelijk) ook bewijzen toe.

Volgt: Afbeelding praktisch voorbeeld hoe in te vullen.

Bewijzen

De deelnemer voorziet het portfolio van verschillende illustratieve, specifieke en persoonlijke bewijsstukken en anekdotes die de acties in de praktijk situatie illustreren. Bewijzen kunnen worden geleverd door middel van documenten, screenshots/afbeeldingen, feedback formulieren, berichten, samenvattingen van intervisie gesprekken, etc.

Typen bewijs:

  • Beschrijving van activiteiten en acties (e.g. tijdens overleggen, workshops of conferenties)
  • Bewijzen van dialogen: correspondentie, verslagen van interviews, etc.
  • Verslagen van reflectie met peers, supervisoren en ander professionals, etc.
  • Aanbevelingen
  • Professionele producten/documenten die zijn ontwikkeld of links (URLs) naar project resultaten die gedeeld zijn op bepaalde platforms of websites, (verwijzingen naar hoofdstukken/delen van) rapporten en presentaties (e.g. include titles or screenshots), etc.
  • Bewijs van activiteiten of evenementen: titels, foto’s, agenda’s, programma’s, evaluaties van deelnemers, etc. toe
  • ….

De deelnemer selecteert de meest relevante stukken bewijs en voegt deze toe aan het portfolio. De assessoren moeten door het lezen van de zelf-assessments en vergelijking met het bewijs, kunnen bepalen of de deelnemer de juiste kennis en ervaring heeft opgedaan om de leeruitkomsten te behalen.

Een totaal overzicht van het bewijs en de link naar de ervaringen wordt vastgelegd in dit format.

Logboek

Optioneel kan een deelnemer ook een logboek bijhouden. Hierin beschrijft hij alle grote activiteiten, bijdragen, etc. uitgevoerd door de deelnemer en aansluitend op de leeruitkomsten. De deelnemer kan een logboek maken waarin dagelijks of wekelijks professionele situaties worden beschreven die relevant zijn voor het leerproces en de ontwikkeling van de leerdoelen. Dit logboek kan gebruikt worden om vervolgens ervaringen uit te werken. 























Referenties


Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door: Portfolio, Portfolio, STARR methode, STARR methode