LC 00514: verschil tussen versies
(wijziging) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
== Competenties Facilitator of Change == | == Competenties Facilitator of Change == | ||
[[Bestand:Competenties voor facilitating change.jpg|gecentreerd|miniatuur|900x900px|Competenties voor het faciliteren van verandering.]] | |||
| | |||
| | |||
| | |||
| | |||
{{Cite|resource=Bestand:2019-05-09 A3 CONCEPT COMPETENTIEPROFIEL.pdf|name=Overzicht competenties | {{Cite|resource=Bestand:2019-05-09 A3 CONCEPT COMPETENTIEPROFIEL.pdf|name=Overzicht competenties|dialog=process-file-dialog}} (PDF). | ||
==== Verbinden ==== | ==== Verbinden ==== | ||
Regel 37: | Regel 8: | ||
==== Kritisch reflecteren ==== | ==== Kritisch reflecteren ==== | ||
Het begrip kritische reflectie is niet eenvoudig te definiëren. Er zijn veel {{Cite|resource=Bestand:92 Critical-reflection.pdf|name=zienswijzen|dialog=process-file-dialog}} op deze praktijk | Het begrip kritische reflectie is niet eenvoudig te definiëren. Er zijn veel {{Cite|resource=Bestand:92 Critical-reflection.pdf|name=zienswijzen|dialog=process-file-dialog}} op deze praktijk. In essentie komt het neer op observeren met welke overtuigingen en aannames een andere de wereld aanschouwt (tweede-orde-cybernetica met tweede-orde-observaties). Die andere kan ook jezelf zijn: zelfreflectie. | ||
[[Bestand:TWEEDEORDEOBSERVATIES2.jpg|gecentreerd|miniatuur|744x744px|Tweedeordeobservaties]] | [[Bestand:TWEEDEORDEOBSERVATIES2.jpg|gecentreerd|miniatuur|744x744px|Tweedeordeobservaties]] | ||
Regel 50: | Regel 21: | ||
* Mogelijke gevolgen zien: ziet in wat de mogelijke consequenties zijn van een idee of een gevolgtrekking. Heeft en houdt de grote lijnen en voornaamste gevolgen van een idee in beeld. | * Mogelijke gevolgen zien: ziet in wat de mogelijke consequenties zijn van een idee of een gevolgtrekking. Heeft en houdt de grote lijnen en voornaamste gevolgen van een idee in beeld. | ||
* Relateren: krijgt inzicht in een probleem of idee door relaties te leggen met andere problemen of ideeën. Kan over de grenzen van het eigen vakgebied heen kijken. | * Relateren: krijgt inzicht in een probleem of idee door relaties te leggen met andere problemen of ideeën. Kan over de grenzen van het eigen vakgebied heen kijken. | ||
Bron: {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00342|name=Het Compententiewoordenboek|dialog=process-linkwebsite-dialog}} | '''Bron:''' {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00342|name=Het Compententiewoordenboek|dialog=process-linkwebsite-dialog}} | ||
=== Aanvullende competenties === | === Aanvullende competenties === | ||
Regel 68: | Regel 39: | ||
[[Bestand:Model 21e eeuwse vaardigheden.jpg|gecentreerd|miniatuur|699x699px|Model 21e eeuwse vaardigheden (Bron:SLO).]] | [[Bestand:Model 21e eeuwse vaardigheden.jpg|gecentreerd|miniatuur|699x699px|Model 21e eeuwse vaardigheden (Bron:SLO).]] | ||
=== Niveau | === Niveau en omvang === | ||
Niveau: hbo-niveau 6 ( | Niveau: {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00653|name=hbo-niveau 6|dialog=process-linkwebsite-dialog}} (bron: NLQF). | ||
Omvang en studiebelasting: 30 EC (European Credits) / 840 uren. | Omvang en studiebelasting: 30 EC (European Credits) / 840 uren. |
Versie van 21 jan 2020 09:27
Competenties Facilitator of Change
Overzicht competenties (PDF).
Verbinden
...
Kritisch reflecteren
Het begrip kritische reflectie is niet eenvoudig te definiëren. Er zijn veel zienswijzen op deze praktijk. In essentie komt het neer op observeren met welke overtuigingen en aannames een andere de wereld aanschouwt (tweede-orde-cybernetica met tweede-orde-observaties). Die andere kan ook jezelf zijn: zelfreflectie.
Conceptueel denken
Breder of dieper inzicht krijgen in problemen of situaties door ze in een groter of abstracter kader te plaatsen. De grote lijnen van een idee in beeld hebben en houden, en de mogelijke gevolgen ervan in kaart brengen.
Indicatoren van conceptueel denken:
- Abstraheren: formuleert een probleem in meer algemene termen. Plaatst een probleem in een meer theoretisch kader.
- Schakelen: schakelt tussen concreet en abstract denken. Kan een analyse omzetten in concrete oplossingen.
- Generaliseren: pakt een probleem aan zoals een soortgelijk probleem zou worden aangepakt. Ziet het meer algemene in het concrete probleem. Bedenkt structurele oplossingen.
- Mogelijke gevolgen zien: ziet in wat de mogelijke consequenties zijn van een idee of een gevolgtrekking. Heeft en houdt de grote lijnen en voornaamste gevolgen van een idee in beeld.
- Relateren: krijgt inzicht in een probleem of idee door relaties te leggen met andere problemen of ideeën. Kan over de grenzen van het eigen vakgebied heen kijken.
Bron: Het Compententiewoordenboek
Aanvullende competenties
Interveniëren / co-creëren
- Competenties change agent
- De eigen/huidige situatie interpreteren in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen
- Een gezamenlijk diep leerproces stimuleren en faciliteren (á la Theory U)
- Aan SSM-gerelateerde competenties:
- De uitdagende situatie begrijpen
- Gezamenlijk opzoek gaan naar wenselijke verbeteringen
- Verbeteringen uitvoeren en evalueren
- Reaching out en BoKS opbouwen (kennismanagement)
21e-eeuwse vaardigheden
Een overzicht van 21e-eeuwse vaardigheden:
Niveau en omvang
Niveau: hbo-niveau 6 (bron: NLQF).
Omvang en studiebelasting: 30 EC (European Credits) / 840 uren.
Assessment
Verloop eindassessment
Eindcriteria
Hierbij een eerste opzet van een assessmentformulier (raamwerk).
Deel je inzichten
Referenties
- Eind assessment Fit for the Future (beoordelingsformulier), Daniëlle Mostert, HZ, 7 juni 2020.
- STARR reflectie format (zelf-assessment), Daniëlle Mostert, HZ, 7 december 2020.
- Competenties FoC, HZ UAS, 20 mei 2020.