Burgerkracht met burgermacht!

Wie stuurt? Sturing: directief versus facilitatie. Gestapelde PDCA's.

Met veranderende rollen van burger en overheid moet naar andere vormen van samenwerking en sturing worden gezocht. De tijden dat de overheid de spelregels bepaalde zijn voorbij: met burgerkracht komt ook burgermacht. De overheid begint deze slag te maken, ook in de gemeente Sluis. Er wordt nu gesproken over een faciliterende overheid. De vragen zijn: wie stuurt, wie faciliteert, op welke vlakken, en hoe precies? Op dit soort vragen zijn op dit moment geen eenduidige antwoorden te geven omdat het transitieproces nog in volle gang is. Wat nu wel kan worden gedaan is een denkkader meegeven waarin dit soort vragen kan worden bestudeerd. Dat denkkader wordt geboden door de PDCA cyclus.

PDCA cyclus

De PDCA cyclus, ook bekend onder de naam kwaliteitscirkel van Deming, is een cyclisch verbeterproces dat bestaat uit vier stappen:

  • Plan: het maken van een plan met duidelijk (meetbare) doelstellingen;
  • Do: het uitveren van het plan;
  • Check: het bepalen of de vooraf gestelde doelen doelen zijn behaald;
  • Act/Adjust: indien nodig, handelend optreden om vervolgens weer door te gaan met het maken van nieuwe plannen.
Continue kwaliteitsveretering met PDCA proces cycli.

Kwaliteitsverbetering is een proces, geen project met een eindpunt en een eindresultaat. De samenleving is nooit af!

De rollen ingevuld

De PDCA cyclus was oorspronkelijk bedacht voor het verbeteren van organisaties. Echter, de benadering kan ook worden toegepast op een samenleving. We komen dan gelijk tot een aantal essentiele punten. Ten eerste, wie is primair verantwoordelijk voor een processtap? Bijvoorbeeld, was het vroeger volstrekt duidelijk dat de overheid verantwoordelijk was voor het maken van plannen (gemandateerd via een democratisch proces), met de komst van de participatiemaatschappij ligt deze verantwoordelijkheid niet meer zo eenduidig. De burger wordt geacht zijn steentje bij te dragen aan de samenleving, wat als consequentie heeft dat de burger ook een stem moet hebben in het maken van plannen. Burgerkracht komt met burgermacht! De vraag is nu hoe dit planproces moet worden ingericht. In ieder geval moet de dialoog met burger worden gevoerd. Ook voor de andere stappen in de PDCA cyclus zal de burger betrokken moeten worden. Ook weer in dialoog met de burger zal moeten worden geëvalueerd (de check en de act/adjust stap) hoe een plan heeft uitgepakt en welke verbeteringen moeten worden doorgevoerd.

Ten tweede, een plan maken is één ding, het plan zal ook moeten worden uitgevoerd. Zeker nu de overheid taken bij de burger neerlegt zal zorgvuldig om moeten worden gegaan met het aansturen van de burger. In een indvidualistische samenleving, zoals de Nederlandse, accepteert de burger niet zomaar directieven van de overheid. Echter, de natuurljke reflex van de overheid, ingeslepen in de tientallen jaren verzorgingsmaatschappij, is nog steeds sturend te acteren. De burger "pikt" dit niet door terecht te stellen dat bij afgestoten taken geen dwingende overheid meer past.

Het alternatief van sturen is faciliteren. De overheid als dienende instantie die de burger helpt de afgestoten verantwoordelijkheden op te pakken. Een belangrijk inzicht is dat facilitering ook een vorm van sturing is. Stel de burger heeft twee of meer mogelijkheden om een bepaalde taak uit te voeren. Uiteraard zijn voor het uitvoeren van een taak middelen nodig, bijvoorbeeld tijd, geld, machines, kennis en/of menskracht. De overheid, al dan niet samen met andere partijen, kan sturen naar een gewenste mogelijkheid van taakuitvoering door het beschikbaar stellen van middelen voor deze mogelijkheid en daarmee andere alternatieven onaantrekkelijk te maken. Dit lijkt op nudiging - het manipuleren (positive reinforcement) van burgers met specifieke boodschappen, maar het grote verschil zit hem in een echt faciliterende overheid met echte middelen.

Gestapelde PDCA's

In de Samenvatting analyse van pilot buurtgerichtwerken is aanbevolen om van de samenleving een lerende organisatie te maken. Het PDCA proces helpt hierbij. Iedere evaluatie is een leermoment. De situatie is echter complex. In een samenleving is geen sprake van een enkele PDCA cyclus, maar van gestapelde PDCA cycli. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld het uitvoeren van een plan op zich al een PDCA kan zijn, enzovoort. Op deze manier kunnen verschillende niveau's worden geïdentificeerd:

  • Integrale duurzaamheidsagenda, inclusief lange termijn visie op Z&W, strategisch (wethouders);
  • Programmamanagement voor opstellen en regievoering (gemeenteambtenaren);
  • Procesregie voor uitvoeren tactisch beleid (spil tussen gemeente en zorgorganisaties);
  • Case management voor zorg rond cliënt (buurtteam).

Een samenleving is complex en laat zich niet makkelijk vangen in modellen. Nadrukkelijk wordt gesteld dat deze voorgestelde werkwijze een hulpmiddel is om op een gestructureerde wijze met elkaar de dialoog te voeren over vernaderende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, met bijbehorende middelen.























Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door: Professionele generalisten versus specialisten, SAAM@ - resultaten, Van wij-zij naar ons